Doelstelling en financiering

Met de beleidsfocus jeugdsport wil de Vlaamse regering unisportfederaties ondersteunen om een kwalitatieve jeugdsportwerking in de sportclubs te realiseren. Deelnemende unisportfederaties werken een jeugdsportfonds met bijhorend subsidiereglement uit, dat het jeugdsportbudget verdeelt onder de deelnemende sportclubs. Het beschikbare budget bestaat voor 5/6e uit Vlaamse subsidies en voor 1/6e uit eigen financiële middelen van de sportfederatie. De ontvangen Vlaamse subsidies worden integraal opgenomen in het jeugdsportfonds en doorgestort aan de sportclubs.

De sportclubs krijgen middelen op basis van de kwaliteit van de huidige werking, in kaart gebracht via het jeugdsportreglement van de federatie en gebruiken de verkregen middelen om de kwaliteit van de jeugdsportwerking in de sportclubs verder te verhogen en om de sportparticipatie van de jeugd en hun aansluiting bij een sportclub te bevorderen.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor subsidies voor een jeugdsportproject, moet een unisportfederatie aan volgende basisvoorwaarden voldoen:

  1. een werkingssubsidie ontvangen voor de uitvoering van de basisopdrachten in het decreet.
  2. de beleidsfocus jeugdsport opnemen in het vierjaarlijks beleidsplan.
  3. de beleidsfocus jeugdsport afzonderlijk bespreken in de rapportering, dit zowel in het werkingsverslag als in het financieel verslag (analytische code).

Subsidieaanvraag

Eerste subsidiejaar

De subsidieaanvraag moet volgende elementen bevatten:

  • een grondige analyse van de situatie van de jeugdsport in de unisportfederatie;
  • een inhoudelijke omschrijving van de projectvisie, de doelstellingen en beoogde resultaten;
  • het reglement, waarin minstens al de volgende elementen worden opgenomen:
    • de kwalitatieve eisen die aan de sportclubs worden gesteld;
    • de wijze van monitoring en controle van de sportclubs door de sportfederatie;
    • de wijze waarop de financiële middelen worden verdeeld onder de sportclubs.  
  • een begroting die de geplande kosten en opbrengsten duidelijk weergeeft van de werkingsjaren waarvoor subsidies gevraagd worden;
  • een omschrijving van de mate waarin het project beantwoordt aan de vooropgestelde beoordelingscriteria.

Vanaf het tweede subsidiejaar

De subsidieaanvraag moet volgende elementen bevatten:

  • Een stand van zaken en, in voorkomend geval, een update van de projectvisie, doelstellingen en beoogde resultaten;
  • Het reglement, waarin minstens al de volgende elementen worden opgenomen:
    • de kwalitatieve eisen die aan de sportclubs worden gesteld
    • de wijze van monitoring en controle van de sportclubs door de unisportfederatie
    • de wijze waarop de financiële middelen worden verdeeld onder de sportclubs
  • Eventueel een update van de begroting.

Hoe gebeurt de beoordeling van het project?

Om na te gaan in welke mate de unisportfederatie in aanmerking komt voor subsidies op het vlak van de beleidsfocus jeugdsport, werden een aantal beoordelingscriteria bepaald:

  1. de relatie tussen de begroting van het jeugdsportproject, de inhoud, het beoogde resultaat en het aantal kinderen en jongeren (leden en niet-leden) dat wordt bereikt;
  2. de mate waarin de doelstellingen uit het beleidsplan (onderdeel jeugdsport) gebaseerd zijn op een concrete gegevensverzameling met daaruit afgeleide behoeften en de mate waarin kwaliteitscriteria uit het reglement bijdragen tot het verwezenlijken van deze doelstellingen en tot een meer kwalitatieve jeugdsportwerking in de sportclubs;
  3. de mate waarin de middelen ten goede komen van de aangesloten sportclubs;
  4. de mate waarin aandacht wordt besteed aan administratieve lastenverlaging voor de clubs bij de promotie, de realisatie en de evaluatie van het jeugdsportproject;
  5. de mate waarin en de wijze waarop aandacht wordt besteed aan een omkadering door sportpromotionele, sportmedische, sportpedagogische of sporttechnische deskundigen;
  6. de mate waarin aandacht wordt besteed aan gelijkheid van kansen voor iedereen met specifieke aandacht voor mensen die leven in armoede en G-sporters;
  7. de mate waarin en de wijze waarop aandacht wordt besteed aan aspecten van ethische jeugdsport en het streven naar plezierbeleving voor iedereen tijdens de jeugdsportactiviteiten.

Nieuwe beoordelingscriteria vanaf 2025

Vanaf 2025 gaan de nieuwe beoordelingscriteria in voege:

  1. De mate waarin het jeugdsportproject inspeelt op de behoeften of het potentieel van de sportclubs, de sporttak of de maatschappij.
  2. De mate waarin aandacht wordt besteed aan administratieve lastenverlaging voor de sportclubs bij de promotie, de realisatie en de evaluatie van het jeugdsportproject.
  3. De mate waarin aandacht wordt besteed aan kwaliteit van de jeugdsport en plezierbeleving van jeugdleden, met aandacht voor de kwalitatieve begeleiding van jeugdleden en de mogelijkheden voor jeugdleden om op elke leeftijd en op elk niveau hun vaardigheden in de sport te ontwikkelen en te verbeteren.
  4. De mate waarin aandacht wordt besteed aan kwaliteit van de jeugdsport en plezierbeleving van jeugdleden, met aandacht voor het bevorderen van de cohesie, de sfeer en de integriteit van het individu in de sportclubs en de betrokkenheid en inspraak van jeugdleden en hun ouders in de clubwerking.
  5. De mate waarin het jeugdsportproject ingebed is in het totale jeugdbeleid van de sportfederatie.

Wie beoordeelt het project?

Een beoordelingscommissie beoordeelt de ontvankelijke projecten aan de hand van de aanvraag tot subsidiëring en de beoordelingscriteria van de beleidsfocus jeugdsport. Ze beoordeelt de inhoudelijke aspecten van de aanvraag en adviseert over het maximale subsidiebedrag.

De beoordelingscommissie bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden die specifieke expertise hebben inzake jeugdsport. De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissie voor de duur van de olympiade. Sport Vlaanderen bereidt de dossiers voor, licht ze toe en neemt het secretariaat waar van de beoordelingscommissie.